Bereidingswijze

Voorbereiding
Snijd de speklappen en schouderkarbonades in kleine blokjes van 1,5 à 2 cm. Rijg het vlees aan de satéprikkers.

Hak voor de marinade de knoflook en snijd de citroen door de helft. Meng de knoflook, de korianderpoeder, bruine suiker, ketjap manis, zonnebloemolie en citroensap. Giet de marinade over de stokjes en laat een nacht afgedekt in de koelkast marineren.

Zet een ruime pan water op het vuur en breng aan de kook. Was ondertussen in een zeef de rijst met koud water tot het water helder is. Voeg een beetje zout toe als het water kookt en laat de rijst 13 minuten koken. Giet de rijst af en laat de rijst nog 15 minuten in de pan droogstomen. Schep de rijst in een magnetronschaal en bewaar afgedekt in de koelkast.

Snijd de rode ui door de helft en snijd hem in halve ringen. Snijd 2 courgettes over de lengte in vier lange stukken en snijd de zaadlijst weg. Snijd de courgettes in blokken. Bewaar gekoeld in een afsluitbaar bakje.

Afmaken
Haal de geregen satéstokjes uit de marinade en dep ze droog. Grill de saté in een grillpan rondom gaar.

Rooster voor de ketjap-chilisaus alle sesamzaadjes in een droge bakpan. Houdt 1 eetlepel sesamzaadjes achter voor bij de courgettes. Meng daarna de ketjap manis, sojasaus, chilisaus, citroensap, sesamolie en sesamzaadjes.

Warm ondertussen de rijst in de magnetron op voor 4 minuten op 700 watt.

Bak de blokjes courgette en de rode ui in zonnebloemolie bruin. Snijd ondertussen de knoflook fijn en voeg dit met de sojasaus toe en bak kort mee. Doe als laatste de sesamzaadjes erbij.

Serveer de gegrilde satés met rijst, gebakken courgette en een handje kroepoek. Giet als laatst de chili-ketjapsaus over de satés.